5 manieren om Sint te fixen (de film, niet de goedheiligman)

Het is nu anderhalve week geleden dat ik Sint zag, in de Pathé in Groningen. De verwachting: dom vermaak, maar wel uit de koker van een vakman. Ik kan er daarom niet over uit hoe rommelig en structureel onjuist de nieuwste van Dick Maas (op de foto, via Nu Foto) in elkaar zit. Misschien houdt mijn geheugen me voor de gek en waren De lift, Amsterdamned en Flodder niet de cheesy maar strakke producties die ik me herinner.

Hoe dan ook: ik voelde me geneigd om een handvol simpele tips op te schrijven die deze film hadden kunnen redden. (En misschien ten overvloede, maar: spoilers ahead.)

Tip 1: ditch die prologen

Sint begint ver in het verleden, met de krakkemikkigste sequentie van de hele film. Een onvriendelijke bisschop gaat op rooftocht en wordt bij wijze van wraak in de fik gestoken. Meteen is duidelijk: dit is de oorsprong van de vloek. Daarmee is alle mysterie is weg. Waarom wordt de oorsprong van de vloek niet gaandeweg onthuld? Het is een cliché maar het werkt, omdat de kijker het gevoel heeft zelf een raadsel te ontrafelen.

Na de eerste proloog volgt er nóg een, met een moordpartij in de jaren 60 waarin een braaf gezinnetje bruut wordt afgeslacht. Deze is al wat sterker, maar doet ook af aan de spanning van de rest van de film. Door meteen los te gaan met afgehakte ledematen en rondspuitend bloed, verliest wat later komt aan impact. Het échte begin van de film – sneeuw, gedichtjes, Caro Lenssen – is minder foreboding omdat je al weet hoe bruut het gaat worden.

Tip 2: focus op één personage/verhaallijn

Dé reden waarom deze film zo’n pleurisbende is, is dat de 85 minuten verdeeld zijn over 3 personages: Caro Lenssen, Egbert-Jan Weeber en ‘de politie’. Een toch al korte film is hopeloos versnipperd.

Binnen de 3 verhaallijnen zijn er ook nog irritante ‘resets’, waarmee ik bedoel dat opgebouwde spanning en tempo af en toe terzijde worden geworpen en de film als het ware opnieuw begint. Voorbeeld: Weeber vecht met verkoolde Zwarte Pieten en wordt opgepakt door de politie. Dan knipt de film naar een ander personage. Als we vervolgens bij Weeber terugkomen, wordt hij verhoord en vertelt hij licht geïrriteerd dat hij onschuldig is. Licht geïrriteerd? Gast, je hebt net orcs gezien!

Volgens mij had Maas moeten kiezen voor het verhaal van Caro Lenssen en op haar alleen moeten focussen. Vanuit Lenssens onschuldige perspectief bezien was het spannend geweest om stap voor stap te ontdekken wat er nu eigenlijk aan de hand is op die onfortuinlijke Sinterklaasavond.

Tip 3: doe dat masker af

WTF is met dat Sint-masker? Het is niet eng en maakt de film zo mogelijk nog ongeloofwaardiger. Huub Stapel zonder masker, als vileine maar menselijke goedheiligman, was zoveel beter geweest.

Sowieso zou de film sterker zijn zonder vloek. Althans: de mythe van een slechte Sint die komt moorden als volle maan en Sinterklaasavond samenvallen had mogen bestaan en Lenssen had er een tijdje in mogen geloven. Maar daar had prima de onthulling van Stapel als moordzuchtige nepsinterklaas op kunnen volgen.

Dat zou ten eerste een leuke twist zijn, waartoe de film nu niet eens een poging doet. Ten tweede is een mens van vlees en bloed, zij het krankzinnig, veel enger dan een bizar monster. Die psychoot had van mij vervolgens alle mogelijke bizarre stunts mogen uithalen – met pulp is niets mis, het is me te doen om slechte pulp.

Tip 4: speel in op de klaascontroverse

Al die Sint-grapjes zijn leuk – al zijn ze soms misplaatst binnen de tijdlijn. Sinterklaas vecht met zijn staf, wat mooi is. En in de tweede proloog wordt het ‘heerlijk avondje’ gruwelijk om zeep geholpen. Maar verder doet de film te weinig met het pakjesavondthema.

Wat als psychopaat Stapel een bende bloeddorstige negers zou leiden? Fouter dan fout, I know, maar het zou wel iets oproepen. Het zou choqueren en de vraag oproepen of Zwarte Piet anno 2010 nou echt nog wel zo gepast is.

Tip 5: wikkel het einde netjes af

Als je een mythe op poten zet, met een spook-Sint en een vloek, en uitlegt hoe die vloek opgeheven kan worden, zorg dan damn well dat de film eindigt met het onomwonden, glashelder opheffen van die vloek. En niet met een lame ‘hij leeft toch nog’-einde. Ik kan me niet voorstellen dat het op dat punt nog iemand iets kan schelen.

Bonustip: voeg seks toe

Een griezelfilm als deze – een Nederlandse, nota bene – kan echt niet zonder seks. Ja, Sint begint met een dildograp, Caro Lenssen loopt de hele film rond in een zwartkanten onderbroek die net boven haar spijkerbroek uitkomt, en op het laatst beklimt ze Egbert-Jan Weeber en trekt ze haar truitje uit – maar krijgen we haar borsten niet eens te zien!

Als je een genrefilm maakt, moet je de conventies volgen en in je voordeel gebruiken – een kind snapt dat het moorden tijdens of rond een seksscène had moeten beginnen. Maar zelfs dat heeft Dick Maas niet begrepen.