Als je gelezen wordt

Sinds kort kun je in Tilburg de expositie ‘Game On’ bekijken, die eerder ook in Engeland te zien was. Daar wil ik zeker nog eens naartoe (koekjesbaby was er vorige week), maar daar gaat dit stukje niet over. Dit stukje gaat over een artikel in het Utrechts Nieuwsblad van 31 mei over deze tentoonstelling, ‘Pong wordt kunst’, van Gerrit van den Hoven.

Het artikel is een beetje knullig, vol kromme redeneringen over de kunstzinnige waarde van videogames en net-niet-waarheden in een opsomming van de geschiedenis van het medium (is India een belangrijk videogameland? Bedoelt u niet Korea?). Het verhaal komt op me over als geschreven door iemand die eigenlijk niet zoveel weet over het onderwerp, maar die hier en daar wat heeft opgepikt en er wat moois van probeert te maken. Nog zoiets: de krant kiest ervoor om ‘games’ steevast ‘spelen’ te noemen (en dus niet ‘spellen’), waardoor de prachtige constructie ‘spelen spelen’ ontstaat wanneer iemand een videogame tot zich neemt.

Het grappigste is nog wel dat auteur Van den Hoven volgensmij het NRC Handelsblad van 26 april heeft gelezen. Daarin was mijn stuk ‘Acties en emoties in een fantasiewereld’ te vinden, gebaseerd op een interview met Nintendo’s Shigeru Miyamoto. Dat artikel kun je vinden onder deze link. In het Utrechts Nieuwsblad van vorige week is een alinea opgenomen die, tot op de letterlijke woordkeus, afkomstig lijkt uit mijn verhaal. Dat vanaf Miyamoto de creatieven de touwtjes in handen hadden en niet de technici, bijvoorbeeld. Er staat zelfs in dat “‘Super Mario 64’ het eerste succesvolle driedimensionale spel was”, wat natuurlijk niet helemaal klopt. In mijn NRC-verhaal stond het ook zo, een eigenzinnige ingreep van de eindredactie. Mario 64 was niet de eerste succesvolle 3d-game, dat was ‘Doom’, maar het was wel de eerste 3d-game die alle mogelijkheden van een 3d-spelwereld op succesvolle wijze benutte.

Ik moet zeggen, het voelt heel stoer om geciteerd te worden, zelfs zonder bronvermelding.