Kafé België

Gisteravond maar eens naar Kafé België geweest met breun. Je kunt er ook enorm lekker eten, zegt hij.

Samen lachen om vervlogen tijden, dat is nog eens leuk. Winterkamp, in de derde, toen we niet samen in het groepje zaten maar elkaar uiteindelijk wel konden vergezellen, toen we allebei te mank waren om te lopen. De sneeuw lag zo hoog dat je de greppels niet zag en er waren ook mensen die er bewust in doken.

Ook leuk: lachen om de dingen van het moment, zoals de man die hier ’s middags vaak op de oude gracht staat. Die bijzonder luid en opmerkelijk goed het geluid van een schaap imiteert: “Bèèèh!” Huh, een schaap? Nee joh, dat is die ene kerel.

Spetterende finale: nog even Rez spelen, van Sega op de PlayStation 2. Met z’n pompende beats en wireframe-beelden blijft het een opmerkelijk spel. De resulterende immersie was zo groot dat we niet eens doorhadden dat mijn onderbuurvrouw vond dat de muziek toch wel erg hard stond.

En toen scheidden onze wegen. Ik geloof dat breun vandaag weer een poging gaat doen tot opnemen met Jan, in Leiden, onder de noemer Three Feet Superstar. Persoonlijk moest ik net opstaan omdat mijn huisgenote Willemijn op een lange reis ver van huis gaat en haar laatste spullen op zolder wilde zetten; de enige deur naar die zolder zit op mijn kamer. Nu ga ik op weg naar kantoor, alwaar het de eerste dag is van Jonne, Sigfrid’s nieuwe werknemer. Als ik me goed heb laten informeren natuurlijk.