Over badmode

Op het strand aan het meer draagt nagenoeg iedere vrouw een bikini. Ze beginnen er al mee als kleine meisjes die net borsten krijgen; de enige dames die zich nog in badpakken hullen zijn moeders met dikke buiken en her en der een onzeker pubermeisje.

Ik krijg een ongemakkelijk gevoel van al die bikini’s en ik heb mijn afgelopen vakantie de tijd genomen om deze materie eens te overdenken. Als heteroseksuele man in de bloei van zijn leven vind ik het prima, al die blote buiken. En ik snap op zich ook wel dat als je armen en benen moeten bruinen, dat een rugtint en een buiktint dan net zo goed gewenst kunnen zijn. Maar dat legt nog niet uit waarom werkelijk iedereen en z’n hond zo’n ding draagt. ‘Het is een trend’, zegt men dan. Daarom voel ik me ongemakkelijk: tien jaar geleden werden er veel meer badpakken gedragen. Of nee, dat is het niet. Wat me zorgen baart is dat niemand er stil bij lijkt te staan. Dat niemand zich afvraagt: waarom doen we dit? Waarom is het badpak in de kast verdwenen en dragen we nu een bikini?

Het heeft amper zin om de zaak te ontleden. Ten eerste is er de functionaliteitskwestie: bikini’s zijn bloter en dus vangt je huid meer zonnestralen. Ten tweede: als je zo bloot bent, ben je ook seksueel aantrekkelijker voor je medestrandbezoeker. Ik vraag me wel eens af: is dat de wens van de bikinidrager of is het een toevallige bijkomstigheid?

Uit langdurig bikini-onderzoek blijkt uiteindelijk dat bikini’s vooral steeds meer gedragen worden omdat er steeds meer bikini’s gedragen worden. Nadat de bikini over een kritiek punt was, was er geen stoppen meer aan. Tot de volgende badmodetrend de kop opsteekt en er weer niemand nadenkt over de implicaties qua functionaliteit en seksualiteit.

Wat wil ik nu eigenlijk zeggen? Misschien dat het wonderlijk is hoe dat oude vertrouwde badpak ineens een symbool is geworden van de topzware, preutse vrouw. Of wat dacht je van de speedo, alias de homozwembroek?