Piráát!

Ik vind het leuk om ergens enthousiast over te zijn. Om me ergens op te verheugen. Om me weer een beetje te voelen als kleine Niels aan de vooravond van zijn tiende verjaardag.

De laatste tijd hoorde ik goeie dingen over de bioscoopversie van de Disney-attractie ‘Pirates of the Caribbean’. Het zou een vlotte, fantasievolle avonturenfilm zijn. Met allerlei toffe acteurs (en één hele lieve) en de maker van de Amerikaanse ‘The Ring’ in de regiestoel. En, niet onbelangrijk, de film had piraten in de hoofdrol! Piraten zijn de bom! Kortom, ik ging me als een gek verheugen op ‘Pirates of the Caribbean: The Curse of the Black Pearl’.

Zondagavond was het zover. Bij de voorfilmpjes was ik zo opgefokt dat ik net iets te hard ‘Piráát!’ tegen het bioscoopdoek riep. Ik vergat bijna om het leuke spel raad-de-film-bij-de-trailer te spelen. Ik had er zin in!

En… ja, het was een leuke film. Jammer dat ‘ie zo lang was; 143 minuten is echt too much en compacter was de impact zeker groter geweest. Ik vind het ook geen hoogtepunt in het genre der avonturenfilms zoals ‘The Mask of Zorro’ en vroeger ‘Raiders of the Lost Ark’. Maar het is wel de eerste goeie piratenfilm ooit, denk ik zo. Hopelijk komt er een vervolg. Piráát!