Cijfergame die blijft groeien

Een lofzang op Threes!

Een ingekorte versie van dit artikel stond op 4 augustus in NRC Handelsblad, en later die week in nrc.next. Download de PDF.

Een paar weken geleden lukte het me ineens, diep in de nacht in een stil huis. Ik schoof rode, blauwe en witte tegels over het scherm van mijn telefoon, en voor het eerst had ik ze zo samengevoegd dat er twee 768’s waren ontstaan. Ik hield mijn adem in… en toen lukte het me ook nog om ze te combineren tot een 1536. Een stoot endorfine raasde door mijn lijf; ik onderdrukte een vreugdekreet.

Niet veel later ging ik af, maar wel met een score van 60.420 punten, wat me bovenaan mijn vriendenklassement katapulteerde. Het was meteen ook het einde van mijn laatste twijfels over Threes!: dit is écht die zeldzame game die eindeloos blijft groeien, zoals de makers met een subtiel woordgrapje beloven.

Bij verschijning begin februari viel Threes! direct op, een unieke, intelligente puzzelgame temidden van duizenden ongeïnspireerde appstore-spelletjes. Het voelde als een combinatie van Rubiks kubus en Tetris; een dynamische schuifpuzzel met steeds nieuwe tegels, die tegelijk bewegen en kunnen worden gecombineerd. Rubiks kubus en Tetris zijn niet de minste referentiepunten, maar ze zijn terecht; in alle drie de gevallen hebben de makers iets volstrekt nieuws uitgevonden.

Toen Threes! werd nagemaakt door minder creatieve zielen, publiceerden de Amerikaanse ontwikkelaars Asher Vollmer en Greg Wohlwend de e-mailconversatie van het jaar dat ze ermee bezig waren. Niet alleen bewijzen de mails de oorspronkelijkheid van de game, ze geven ook een boeiend inzicht in het ontwerpproces. Vollmer en Wohlwend breidden hun spel uit met allerhande tierlantijnen, om die vervolgens weer te schrappen. Het zal een combinatie van vakmanschap, uithoudingsvermogen en toeval zijn geweest dat ze uitkwamen bij de uiteindelijke elegante spelregels.

Heb overigens vooral geen medelijden met Vollmer en Wohlwend. De gratis kloons werden vaker gedownload, maar Threes! kost dan ook twee euro. De game boert prima; dagelijks wordt hij in totaal voor 8,5 jaar aan speluren gespeeld.

Veelzeggend is dat er geen simpele tips zijn om er goed in te worden. Ja, het helpt om op één van de hoeken van het speelveld te focussen, al moet je je daar ook niet op blindstaren. Concreter worden de adviezen niet. Zelf klooide ik aanvankelijk maar wat aan, tevreden met het prettige gevoel van het schuiven, door elastische animaties en klinkende geluidseffecten; Threes! zit ook op dat vlak uitstekend in elkaar. Pas langzaam begon ik toen patronen te zien. Gevallen waar bepaalde zetten bij bepaalde tegelformaties vaak productief bleken.

Toch begon ik na een paar maanden te twijfelen, omdat ik schijnbaar niet meer beter werd. Tot tijdens die zwoele nacht laatst het tegendeel bleek. Ik was al een paar dagen op een iets andere manier aan het spelen, met het onderbuikgevoel dat dit me verder zou brengen. Net zo lang tot het iets opleverde.

In die zin lijkt Threes! op schaken, ook een spel waarin het gaat om patroonherkenning. De echte schaakmeesters kenmerken zich door een omvangrijk mentaal overzicht van eerdere gespeelde potjes. Wederom niet het minste referentiepunt, maar Threes! verdient het.