Wolkbreuk

Volgens de heren meteorologen had het vorige week woensdag ofzo al moeten gebeuren, maar het bleef zonnig. Vanavond zat het er al aan te komen, want het koelde snel af. De zomerwind werd plotsklaps een frisse bries. Ik sloot de ramen die ’s middags nog wijd open hadden gestaan.

Half elf geweest: ik haalde verderop nog even een Turkse pizza, las aldaar rustig een stuk in een krant over 15 jaar housemuziek in Nederland, via Ibiza uit Chicago en nu een miljoenenindustrie, je kent dat wel. Ik zei gedag tegen de meneer achter de balie en stapte naar buiten.

Woei! Wolkbreuk! De regen kwam met bakken tegelijk uit de hemel denderen. En op mijn korte wandeltocht over de Oudegracht wachtten mij een boel mooie dingen. Er danste een dame door de plassen, rustig lallend. In de verte hoorde ik lieden liederen zingen. Het water schuimde in overvloed uit een gebroken regenpijp. Een gillende neger. Rennende mensen. Schuilende mensen. Een man op een fiets die zo rap al een paraplu bij zich had. Zelf dook ik op weg naar huis van de ene naar de andere schuilplaats. Mooi hoe het geluid dan steeds omschakelt, van frisse regenklank naar doffe plof op de bolle stoffen overkapping.

Ik zet mijn muziek nog even niet aan, ik wil luisteren naar de regen. Het raam van de buurvrouw klappert. Zij wist er niet van toen ze ging.