Vooruitziende zelfhaat en de Xbox One-introductie

Deze column stond in de nrc.next van 28 mei. Download de PDF.

Wat is er gebeurd met de opwinding der vooruitgang? Misschien volg ik de verkeerde mensen, maar het lijkt alsof de aankondiging van een nieuwe spelcomputer niet meer zonder gemopper voorbij kan gaan. Zowel bij de PlayStation 4-onthulling eerder dit jaar, als bij de Wii U in 2011, stond mijn tijdlijn vol klachten.

Grappig genoeg zijn de mopperaars dezelfde mensen die de apparaten als eerste kopen. Mijn theorie is daarom dat we te maken hebben met een soort vooruitziende zelfhaat. Wie op dag één een nieuwe console koopt, betaalt immers teveel, krijgt kinderziektes te verduren, en moet de gameschaarste van het eerste jaar uitzitten. Je wéét het, toch kun je het niet laten.

Bij de presentatie van de Xbox One vorige week was er nog iets anders aan de hand. Microsoft zette zijn derde spelcomputer neer als all-in-one entertainment device waarmee je onder andere ook kunt browsen en Skypen. Xbox-hit Halo werd alleen genoemd in de context van een nieuwe, door Steven Spielberg te produceren, tv-serie. Schijnbaar wil Microsoft-baas Steve Ballmer het succes van de Xbox gebruiken om Windows de huiskamer in te krijgen.

De gamers in mijn tijdlijn waren boos, verdrietig en verward. Er bleek iets ergers te bestaan dan een console die tegenvalt: een console die je toch al niet salonfähige hobby triviaal verklaart.

Maar misschien is er te vroeg gekreund. Over twee weken praat Microsoft in Los Angeles verder over de Xbox One, op ’s werelds grootste gamebeurs, de E3. Daar zullen veel meer games te zien zijn. En dit najaar worden we dan toch weer verleid om te vroeg een nieuwe spelcomputer te kopen.