Bijna tekstknoeien

Op een vreemde computer type ik de laatste hoofdstukken van mijn nieuwe boek. Mijn iBook staat in de garage, vandaar. Met een beetje geluk kan ik hem bij thuiskomst verrassen met een first draft van ‘Sneeuwdorp’. Ik heb nog circa 15.000 woorden te gaan; als de wind de goede kant op staat kost me dit […]

Op een vreemde computer type ik de laatste hoofdstukken van mijn nieuwe boek. Mijn iBook staat in de garage, vandaar. Met een beetje geluk kan ik hem bij thuiskomst verrassen met een first draft van ‘Sneeuwdorp’.

Ik heb nog circa 15.000 woorden te gaan; als de wind de goede kant op staat kost me dit nog zes flinke, verder vrije dagen werk. Bij de aanvang van ieder hoofdstuk is er weer een drempel te overwinnen, van uren naar het scherm staren en af en toe een zin typen tot ik eindelijk een poos in een flow beland… maar het einde komt nu echt in zicht.

Zodra het verhaal op papier staat, begint het leukste deel sinds het bedenken van de verhaalstructuur: schrappen, schuiven, verfijnen en nieuwe stukjes bijschrijven. Dit is ook de fase waarin kritiek van buitenaf verzameld wordt en wanneer nodig geacht in het boek verwerkt. Ik kan de ‘Sim City’-achtige gewaarwording van tekstknoeien al bijna voelen. Nog even en het mag.