Rare logica over 3D-films

Interessant artikel: Is 3-D dead in the water? A box-office analysis (via Jean-Paul Keulen). Volgens auteur Daniel Engber zaten de extra opbrengsten van 3D-vertoningen van bioscoopfilms ten opzichte van 2D-vertoningen al lang voor Avatar in een vrije val. En Engber heeft de cijfers om zijn stelling te onderbouwen. Maar over dit stukje val ik:

What explains this downward slide in 3-D? According to one common theory, Hollywood has sabotaged the medium by upgrading flat movies to 3-D in postproduction—a process that yields an inferior product. Critics point to the murky, cardboard-looking Clash of the Titans as the standard-bearer for lousy stereo conversion. But for all the bellyaching, that movie did just fine in its 3-D showings. Relative to flat screens, 3-D showings produced an additional 49 percent in revenue.

Wat een rare logica. Of mensen kiezen voor een 2D- of 3D-vertoning heeft te maken met eerdere ervaringen, niet met de kwaliteit van het 3D. Dat het 3D kut is, ontdek je pas nadat je het kaartje hebt gekocht. En dat beïnvloedt dus met name de opbrengsten van de volgende 3D-film.

Van de week hoorde ik mijn buren nog klagen over het beroerde 3D van The Last Airbender – ze zeiden dat ze hoopten dat 3D zou “verdwijnen”. Oei. Toch zal je die reactie niet aflezen aan de opbrengsten van M. Night Shyamalans laatste. (Waar ze verder overigens ook weinig goeds over te zeggen hadden. Zou dat nog effect hebben op hun bioscoopgedrag in het algemeen?)

Illusion of life

Voor de filmindustrie is 3D een manier om bioscoopopbrengsten (en straks Blu-ray-verkoop) op te krikken. Voor mij is het de logische, onvermijdelijke volgende stap om de illusion of life van film te verbeteren.

Als 3D perfect zou zijn, wilde je nooit meer terug naar 2D. En als je het toch deed, zou je in heel je lichaam voelen dat er iets ontbrak. Zoals wanneer je van kleurenfilm teruggaat naar zwart-wit. Ja, soms is het mooi, maar vooral op een nostalgische manier.

(Ik denk trouwens dat 3D nog ‘logischer’ is voor games dan voor films, omdat diepte daarin functioneel kan zijn. Als je beter weet hoe ver je springt of waar precies die ballon hangt, maak je meer kans om te winnen.)

Paar euro extra

Dat 3D de logische volgende stap is, betekent nog niet dat je automatisch een paar euro extra voor een kaartje wilt betalen. Zeker omdat 3D zoals je het nu in de bioscoop aantreft niet perfect is.

Het is een far stretch van de rood-blauwe anaglyphbrillen van weleer, maar je moet nog steeds verplicht een bril op (waar het beeld donkerder van wordt). Als je niet met de film meefocust op het gefocuste object kijk je al snel scheel – en sommige mensen worden er sowieso duizelig of misselijk van.

(Grappig trouwens: hoe er in de jaren twintig en dertig van de vorige eeuw over kleurenfilm werd geschreven lijkt sterk op het commentaar op 3D nu. De kleuren zouden overdreven zijn, alsof ze uit het scherm komen, en daardoor afleiden. Tja, klinkt eerder als een technische hindernis dan als een fundamenteel probleem.)

Dan is er dus ook nog de kans dat je beroerd ‘upgraded’ 3D voor je kiezen krijgt. Nee, 3D is nog niet perfect, maar als alle 3D-films waren geschoten met James Camerons stereocamera’s, dan zou de curve van Engber er zeker anders uitzien.