Brandveilige deur
Een tijdje geleden is hier in huis tussen de gezamenlijke keuken en de gezamenlijke gang een nieuwe deur geplaatst. Het is een deur van bijzonder stevig materiaal, met een veer die zorgt dat de deur automatisch sluit en een ruit met kippengaas erin, waardoor het glas in noodgevallen niet zomaar versplintert. De deur is een idee van de verhuurstichting. Het credo is de brandveiligheid (er werd ook een brandblusser geïnstalleerd).
Een fijn idee, zo’n brandveilige deur. “Zo, kunnen ze daar in dat huisje aan de Oudegracht weer rustig slapen”, moet men bij de stichting hebben gedacht. Ja, behalve dat zo’n deur na ieder gebruik met veel gepiep en een luide klap achter je sluit. Vooral de huisgenote wiens kamer aan de brandveilige deur grenst zal erg in haar nopjes zijn geweest wanneer ik diep in de nacht eens een blikje Red Bull uit de gezamenlijke koelkast kwam vissen. En behalve dat je de brandveilige deur zo goed sloot dat je ‘m helemaal niet open kreeg wanneer je met twee borden dampende boerenstamppot in je handen stond, op weg naar je kamer. Of een kopje heet water waar nog een theezakje in moest.
Ik heb een knijper tussen de deur en het deurkozijn gestoken. Nu gaat de brandveilige deur niet meer helemaal dicht. Steek je over van de gezamenlijke keuken naar de gezamenlijke gang of andersom, dan veert hij achter je terug en begint hij bijna te piepen, maar nét niet, om vervolgens een paar keer met steeds geringere hevigheid tegen iets schijnbaar onzichtbaars te stuiteren. Dit doet ‘ie geruisloos. Iedereen vindt het een goed idee, de knijper. Nu wordt er hier in huis pas echt rustig geslapen.