Crematieplechtigheid

Vandaag werd Rob gecremeerd. Ik kende hem amper, hij was de vriend van de moeder van een vriend, maar het leek me een lieve man. Ik ontmoette hem een keer of drie, voor het laatst een paar weken geleden. Het was op een terras, hij had net sigaretten gehaald, op de hoek, en dat wandelingetje […]

Vandaag werd Rob gecremeerd. Ik kende hem amper, hij was de vriend van de moeder van een vriend, maar het leek me een lieve man. Ik ontmoette hem een keer of drie, voor het laatst een paar weken geleden. Het was op een terras, hij had net sigaretten gehaald, op de hoek, en dat wandelingetje had in al zijn botten pijn gedaan.

Het gesprek ging over Sneeuwdorp en over het feit dat ik voorzichtig aan een nieuw verhaal begonnen was. “Schiet daar een beetje mee op“, zei Rob toen, “want ik wil het nog wel meemaken.” Ik antwoordde, net iets te snel: “We doen ons best, maar we kunnen niets beloven.”

Daar moest ik aan denken, vandaag, bij de plechtigheid. En het idee dat ik, zelfs als ik mijn best had gedaan, mijn volgende boek nooit af had kunnen krijgen in zo korte tijd, stelde me gerust.