De sneeuw valt in het dorp

Ik heb twee keer eerder gelogd over ‘Sneeuwdorp’, roman numero twee, om ’t zo maar even te noemen. Eerst in februari, toen het concept vorm begon te krijgen, daarna in april, toen ik net een contract op zak had en overenthousiast riep hoe snel het allemaal af zou zijn. Inmiddels is het december, en het […]

Ik heb twee keer eerder gelogd over ‘Sneeuwdorp’, roman numero twee, om ’t zo maar even te noemen. Eerst in februari, toen het concept vorm begon te krijgen, daarna in april, toen ik net een contract op zak had en overenthousiast riep hoe snel het allemaal af zou zijn.

Inmiddels is het december, en het is natuurlijk niet zo snel gegaan als ik ooit hoopte. In de eerste helft van dit jaar schreef ik een stuk of zeven hoofdstukken; deze zomer produceerde ik er in Frankrijk op de camping nog eens tien; laatst plakte ik een nieuw hoofdstuk vóór het hele verhaal.

Daarmee zit ik op 18 hoofdstukken, op een boek dat in totaal 27 hoofdstukken gaat tellen. Ik heb de hele boel uitgeprint en er liggen nu drie stapels papier voor mijn neus: ongecorrigeerd, gecorrigeerd en ‘af’. ‘Af’ zijn de hoofdstukken waarvan ik de aanpassingen en toevoegingen al heb doorgevoerd in het Word-document waarin het allemaal gebeurt.

Een grote revisie als deze is erg nuttig. Tijdens het schrijven raak ik de grote lijnen namelijk een beetje kwijt. Ik heb vooraf schematisch opgezet wat ik wil vertellen, maar gedurende het creatieve proces wordt het toch altijd net een beetje anders. Door alles nu nauwkeurig te herlezen en overdenken snap ik beter waar mijn boek eigenlijk over gaat. Bovendien kom ik allerlei kleine plotlijnen en thema’s tegen die ik vergeten was, die ik dankzij deze inspanningen in de laatste hoofdstukken kan samenknopen.

Mijn grote revisie is ook nuttig bij wijze van demo: de bijgewerkte versie gaat morgen naar de uitgeverij. Dat levert hopelijk nuttige feedback op die ik kan gebruiken als ik het laatste stuk schrijf.

Het is grappig om Sneeuwdorp te lezen, althans de twee derdes die momenteel bestaan. Een verhaal als dit is over zo’n lange periode geschreven dat ik me amper herinner waarom alles is zoals het is. De tekst staat ver van me af en zo verras ik mezelf constant. Ik kan nu bijvoorbeeld oprecht en zonder gène stellen dat het hoofdstuk ‘Vlinder’ echt heel tof wordt. Ga er maar alvast naar uitkijken.