Droomwens nummer twee
Na het wrijven over de lamp zou ik niet alleen wensen dat mensen soms spontaan gingen zingen en dansen. Ik zou ook wensen dat er kabouters waren. Het nieuwe ‘Zelda’-spel op de Game Boy, ‘The Minish Cap’ herinnerde me aan deze lang gekoesterde wensdroom. In dit spel moet je een episch avontuur volbrengen, door vijanden […]
Na het wrijven over de lamp zou ik niet alleen wensen dat mensen soms spontaan gingen zingen en dansen. Ik zou ook wensen dat er kabouters waren.
Het nieuwe ‘Zelda’-spel op de Game Boy, ‘The Minish Cap’ herinnerde me aan deze lang gekoesterde wensdroom. In dit spel moet je een episch avontuur volbrengen, door vijanden te verslaan en puzzels op te lossen, maar ook door regelmatig te krimpen tot kabouterformaat. Het leuke van het spel is dat je in minivorm allerlei dingen ontdekt die je normaal niet kunt zien.
Ik heb er meteen over gedroomd: dat ik kon krimpen en dat er in het holletje in de hoek van m’n slaapkamer een kaboutercafeetje zat. Toen ik wakker werd dacht ik: ja, zo zou de wereld moeten zijn. Dat zulke dingen allemaal konden.
Voor m’n Minish Cap-recensie in ‘N Gamer’ schreef ik een kader over Rien Poortvliet-kabouters en hoe ik de dag na mijn testsessie liever verder wilde dromen dan opstaan om m’n artikel te schrijven. Het betreffende kader werd helaas geschrapt.