George Lucas en het gedoetaboe

Ideeën verzinnen is makkelijk. Iedereen kan het en het is leuk om te doen. Maar bij het omzetten van een idee in een product komt veel gedoe kijken.

In het geval van een roman moet je bijvoorbeeld plots uitdokteren, personages ontwikkelen, dialogen in je verbeelding plaats laten vinden, woorden schrijven, zinnen en alinea’s redigeren. Handelingen die an sich best aangenaam zijn. Maar door de mate waarin het móét om het einddoel te bereiken, verzuren ze de pret. Zeker op de momenten waarop je beseft hoeveel er nog moet gebeuren.

En dan heb ik het nog maar over schrijven – bij het maken van een game of een film komt vele malen meer gedoe kijken.

Het valt me op dat je de grote namen niet vaak hoort klagen over gedoe. Kennelijk is het toch een soort taboe. George Lucas, bedenker van ‘Star Wars’ en ‘Indiana Jones’ en daardoor miljardair, is hierop een uitzondering.

Ter ere van de nieuwe Indiana Jones-film, die 22 mei verschijnt, stond er in het Amerikaanse tijdschrift ‘Vanity Fair’ een uitgebreid artikel. Op de site zijn de volledige interviews te lezen die de auteur had met regisseur Steven Spielberg en dus met Lucas, de producent van de reeks. In dit interview wordt hij wederom getypeerd als iemand die gebukt gaat onder gedoe:

bq. “[…] he has complained about how much he dislikes writing scripts, directing movies, and serving as the head of Lucasfilm Ltd. – which are his three main professional activities.”

Het hele interview is trouwens de moeite waard. Lucas vertelt uitvoerig en openhartig over onderwerpen als zijn verwachtingen voor de nieuwe Indy-film wat betreft de kritieken (negatief) en de opbrengsten (positief).

Erg interessant vind ik de manier waarop Lucas de formule van de reeks ontleedt, wellicht om te zorgen dat de critici het niet meer hoeven te doen. Of althans om te zorgen dat, als ze het toch doen, dit een beetje suf overkomt:

bq. “We start the movie with the end of another movie, the end of an adventure, and then he goes back to the school, and we have him in school, and he starts a new adventure. That’s always consistent in all the movies. And usually the beginning teaser is around 15 minutes, give or take 5 minutes, and in that, it goes pretty fast. Then it sits around for a while. You know, it’ll probably sit around for half an hour, with nothing happening. Even in the first Indiana Jones, it takes quite a while to get to the fistfight in the Tibetan bar. And then, after that, you sit around for a long time – it’s mostly a mystery from then on, until the snake sequence. Because there’s a lot of energy, and because it starts off so fast, you’re kind of trying to catch up with it, and then, when it relaxes, you’re sort of saying, ‘Oh, thank goodness, I can catch up now and figure out what’s going on.’ And then we sort of kick in this mystery. There’s always a mystery of something or other. And so that usually takes over, and it’s interspersed with action set pieces as the story demands it.”

Ik hou van de uitdrukking dat clichés niet voor niets bestaan – in het geval van films omdat ze wérken. We zitten simpel in elkaar als het gaat om slaap, voedsel, seks en verhalen; tot op zekere hoogte geloof ik daarom in het toepassen van formules om een boek (of wat dan ook) beter te maken voor het publiek. Helaas is het niet makkelijk om een formule zo toe te passen dat het eindresultaat er beter door wordt. Daar komt heel wat gedoe bij kijken.

Ten slotte een mooi citaat over het talent van Steven Spielberg, dat overigens ook te lezen valt als een gebrek aan talent bij Lucas zelf:

bq. “We joke that he shoots the movie and I shoot around the movie. When I shoot, I shoot all kinds of footage, I’ll shoot everything I can, and then get it in the editing room and make a movie out of it. He makes a movie before he shoots it, so he knows exactly what he’s doing. That’s very hard to do. That really is genius. He can see the movie in his head and he can articulate it and make it happen just the way he sees it, and it turns out perfect.”

Dit is de website van Niels ’t Hooft