Het Twitter-model: informatie, vriendschap en het interessequotient

“Twitter is geen massamedium,” zo reageerde Theo Ploeg vanochtend op een opiniestuk van Arjen van Veelen waarnaar werd verwezen op Nrcnext.nl. Ploeg heeft gelijk – en het is opvallend dat de denkfout zo vaak wordt gemaakt.

Alhoewel: aardig van Twitter is (onder andere) dat de vorm zo simpel is dat het many things to many people is. Het is te gebruiken als veredelde RSS-reader, of om eerder op de hoogte te zijn van bepaalde nieuwtjes, of om bekendheden te volgen. Twitter is flexibel als Barbapapa.

Voor mij is het vooral een manier om (ik zei het al) “in de verte te neuzelen en mee te krijgen wat vrienden/collega’s zoal bezighoudt”. Een manier om het gekeuvel in de wandelgangen mee te pikken.

Twitter is een heerlijk vrijblijvend medium, omdat niemand verwacht dat je alles leest. Daarom past het zo goed in de zeitgeist. Mensen vuren tweets af, en andere mensen bepalen of ze wel/niet zin/tijd hebben om ze te lezen. Als ik teveel tweet over games, en je houdt niet van games, unfollow me dan alsjeblieft. Twitter is een beleefd medium – je kan niemand tweets door de strot rammen.

Nieuwsmedium

Van Veelen heeft gelijk over de beperkingen van Twitter als nieuwsmedium. Zijn stuk is irritant omdat het de andere aspecten nauwelijks belicht en zodoende een Twitter afschildert dat niet mijn Twitter is.

Maar nog veel irritanter zijn sommige reacties bij de bovengelinkt post (van de inmiddels 150 heb ik alleen de eerste trits gelezen, daarna werd ik wanhopig). Zoals deze: “We gaan hierbij nog voorbij aan de geldingsdrang van de onbekende [N]ederlander. […] Hoeveel mensen ken je die daadwerkelijk iets toevoegen aan de information overload van het internet?”

Er is alleen sprake van een ‘information overload’ als je meer tot je neemt dan je aankan. Het is kortom een individueel filterprobleem dat iedereen voor zich zal moeten oplossen. Maar dat terzijde – de haast 300 man die ik volg voegen bijna allemaal iets toe. Berichten die voor anderen waardeloos zijn, zijn voor mij waardevol. Omdat het collega’s en/of vrienden zijn, en omdat ze tweeten over onderwerpen die me interesseren.

Massamedia

Massamedia is interactie tussen mensen, geamplificeerd. Omdat het kan, door de technologie. Door de schaalfactor die ontstaat, kunnen vervolgens de productiekosten groeien. Gesprekken bij de waterput worden kranten en journaals. Verhalen bij het kampvuur worden romans en films. Spelletjes worden videogames.

Tot de kern teruggebracht is het model zoiets als: hoe meer mensen iets als waardevol ervaren, hoe meer geld je kan besteden aan het maken ervan. Als je puur naar de markt kijkt, kun je zeggen dat iets bestaansrecht heeft als de productiekosten in verhouding staan tot de afzetmarkt.

In zekere zin biedt Twitter de mogelijkheid om vrijwel frictieloos content uit te geven op internet. Daarom ziet het er voor sommigen uit als een (gratis, razendsnel) massamedium. Maar omdat de productiekosten van een tweet nihil zijn, verandert ook het minimum aantal mensen dat nodig is om die tweet bestaansrecht te geven – dat aantal wordt eveneens nihil.

Nieuw model

Het volgende model is wellicht door iemand in veel meer detail uitgewerkt, maar het zoemt nu een tijdje rond in mijn hoofd en het wil er graag uit: hoe waardevol een bericht is voor een bepaalde lezer, komt voort uit een vermenigvuldiging van de volgende 3 basisfactoren:

  1. De hoeveelheid informatie. Dit is moeilijk te meten, maar het lijkt me duidelijk dat sommige mensen er meer van in 140 karakters weten te stoppen dan andere;
  2. Hoe goed je bevriend bent met de verzender – of hoe goed je je bevriend voelt, zie de mensen die bekendheden volgen. Deze factor zorgt ervoor dat een tweet over muesli van mijn vrouw voor mij waardevoller is dan een tweet over wereldvrede van een willekeurige man uit Groenland;
  3. In hoeverre het onderwerp je interesseert, waarbij de waarde varieert afhankelijk van de positie in het hoge-/lagecultuurspectrum. Iedereen wordt geprikkeld door een tweet over seks, maar alleen bij mij (en daardoor extra) gaan mijn beide wenkbrauwen spontaan omhoog als er iets langskomt over de invloed van Super Mario’s everymankarakter op indie-Americana.