Onsterfelijk

Ik heb de innerlijke neiging om ervanuit te gaan dat alles wel goed zal komen. Ik denk dat het mede dankzij die overtuiging is dat veel dingen in mijn leven ook inderdaad op hun pootjes terechtkomen. En als het dan toch eens een keer mis gaat, is mijn belangrijkste reactie pure, ongebreidelde verbazing.

Ik weet nog goed dat ik een keer van school naar huis fietste, ik kan niet ouder zijn geweest dan 14. Om een of andere reden, misschien was ik een beetje moe, deed ik mijn ogen dicht en fietste ik verder. Momenten later lag ik tot mijn verbijstering ondersteboven naast een vuilcontainer. Mijn voorwiel spinde nog na. Ik was de weg schuin overgestoken en vervolgens op niet al te subtiele wijze tot stilstand gekomen. Een gehoofddoekte vrouw boog zich over me heen met een uitdrukking í  la: “Wat is dit nu weer voor een raar jong?”

Gewoon eentje die te goed van vertrouwen is, juffrouw.