Over Harry Potter

De eerste ‘Harry Potter’-film vond ik zo kut dat ik de tweede heb geboycot. In mijn ogen was het een schoolvoorbeeld van hoe een verfilming ní­et moet: alleen de schil en niet het hart. Alle memorabele scènes uit het boek waren tot leven gewekt, maar je voelde er niets bij. Naar mijn idee ging het […]

De eerste ‘Harry Potter’-film vond ik zo kut dat ik de tweede heb geboycot. In mijn ogen was het een schoolvoorbeeld van hoe een verfilming ní­et moet: alleen de schil en niet het hart. Alle memorabele scènes uit het boek waren tot leven gewekt, maar je voelde er niets bij.

Naar mijn idee ging het eerste Potter-boek over een jochie met een miserabel leven dat plotsklaps in een heel andere wereld werd gezogen. Een wereld waarin hij een héld bleek, een wereld waarin hij de ene wonderlijke ontdekking na de andere deed, een wereld waarin hij ging leren toveren!

In de film stond Harry erbij en keek ie ernaar. De veel te gladde artdirection en dito special effects speelden de hoofdrol.

Het voorfilmpje van ‘Harry Potter and the Prisoner of Azkaban’ deed een heel prettig vermoeden in me opborrelen: dat deel drie stukken beter was. Voor de volledigheid huurde ik deel twee nog even: ‘The Chamber of Secrets’ deed me weinig maar was niet zo slecht als Harry’s filmdebuut.

Gisteravond ging ik naar deel drie en kreeg ik meer gelijk dan ik had durven dromen.

Voor ‘The Prisoner of Azkaban’ is een andere regisseur opgedraafd: Alfonso Cuarón, een Mexicaan die eerder een kinderfilm (‘A Little Princess’) en een arthousehit (‘Y tu mamá También’) maakte.

Vanaf de eerste scènes is duidelijk dat Cuarón de boel anders aanpakt. Ieder shot krijgt de tijd die het nodig heeft. De hoofdlijnen worden nauwgezet uitgediept en afgewerkt, zonder in details te verzanden, hoe leuk die details ook zijn in de wereld van Harry Potter. Ik voel me direct thuis.

Het glimmende glazuurlaagje van de eerste delen is verdwenen. De sets en personages zijn eng en zelfs een beetje vies. Er is meer sfeer; de film doet er alles aan om duidelijk te maken wat de hoofdrolspelers voelen. De cinematografie sluit hier naadloos op aan: er wordt vooral vanuit de hand geschoten met focus op de personages en niet op de special effects.

(Eén scène is me in het speciaal bijgebleven, misschien juist omdat er eigenlijk niets bijzonders aan is. Harry wordt onthaald in een volle herberg. Bekende en onbekende personages lopen gezellig voor de camera langs en midden in deze chaos wordt Potter gewaarschuwd door vader Weasley. Een vrij saaie dialoogscène, interessant gemaakt door de levendige set: dit is geen Disney, dit zou echt gebeurd kunnen zijn!)

De film heeft ook een heerlijk ritme: er zijn trage stukken, enge stukken, mysterieuze stukken, grappige stukken en spectaculaire, nooit te lange actiestukken. En er zijn fantastische overgangen zoals aan het begin, naar de nachtelijke Hogwarts-school, ondersteund door het koor dat een griezelige versie van ‘Something Wicked This Way Comes’ zingt.

Resultaat is dat de essentie van de boeken eindelijk geraakt wordt: deze film gaat over een tovenaarsleerling. Een tóvenaarsleerling! Ik bedoel, een jongen die leert toveren, hoe lastig dat kan zijn, maar vooral hoe wonderlijk het is! Dit is de film waar ik sinds Herman van Veens “Als hij kon toveren / kwam alles voor elkaar” van droomde!

Tegelijk gaat de film ook over een hele gewone jongen die zich ondanks zijn unieke talent en omgeving gedraagt als iedere andere scholier: hij heeft lol met zijn klasgenoten, hij haalt kattenkwaad uit, hij is lekker naïef op de verkeerde momenten. Je leeft met hem mee en voelt zijn emoties.

Dit alles wordt ondersteund door twee medespelers waar ik echt van heb genoten: Emma Watson als Hermione Granger en Rupert Grint als Ron Weasley. Leuke, lieve acteurs die voor hun rol geboren lijken te zijn.

Daniel Radcliffe, Potter himself, vond ik dan weer minder geslaagd. De kwaliteit van de rest van de film maakt alleen maar pijnlijker duidelijk dat dit ventje gewoon niet kan acteren.

Tijdens het genieten van The Prisoner of Azkaban realiseerde ik me wel waarom ik tot nu toe het vijfde boek niet gelezen heb. Harry, zijn vrienden en de toverschool vind ik top, maar dat Agatha Christie-achtige Murder Mystery in de tweede helft van ieder Potter-verhaal is toch niet helemaal mijn kopje thee, hoewel ik de Potter-boeken ook op dat vlak knap in elkaar vind steken.

Hoe dan ook, dankzij deze geweldige film ben ik weer helemaal enthousiast. Ik moet ‘The Order of the Phoenix’ dus toch maar snel gaan kopen.