Papa, ik lijk steeds meer op jou

Ik had het er gisteravond over met de vriendin van een vriend: de haat-liefde-verhouding die sommige jongens met hun vader hebben. Krijgen. Tegen de tijd dat ze zelf ook een beetje volwassen proberen te worden.

Aan de ene kant bén je je vader. Ik bedoel, hij heeft je opgevoed, zijn manieren zijn de jouwe. Je lijkt in zoveel opzichten op hem, dat je wel van hem móét houden. Maar aan de andere kant zie je hoe je vader steekjes laat vallen. Het is extra pijnlijk dat hij ten onder gaat aan karaktertrekjes die jij ook in je hebt. Je háát het passieve, het bij de pakken neerzitten, en je wilt dat hij het niet doet, omdat het hem schaadt.

Mijn ouders zijn een paar jaar geleden gescheiden, de ouders van de vriend waar ik het over had staan op het punt uit elkaar te gaan. En bij allebei is het de moeder die genoeg heeft van bepaalde karaktereigenschappen van de vader. Bij allebei heeft de moeder zo vaak gezegd: “Man, verander dat nu toch eens!” Waarop de vader steevast beloofde: “Ik doe mijn best, heus!”

Het zijn de karaktereigenschappen waarop mijn vriendin en de vriendin van de vriend waar ik het over had ons aanspreken: “Verander dat nu toch eens!” En we willen het wel, want we houden van die meiden, maar gaat het ons lukken? Want het is hoe we gedrilld zijn door onze pappies… Het is hoe we de wereld zien.