Super Mario op de camping

In september zou ‘Super Mario Bros. 3’ op de NES verschijnen. Het was de zomer ervoor, in Frankrijk. Naast het campingsupermarktje was een ruimte met speelkasten en tafeltennistafels. ‘Moonwalker’ stond er, de Sega-kast rond Michael Jackson, waarin je ook tot robot kon transformeren. Er gingen teveel francs in om het vaak te mogen spelen. Iedere dag verzamelden de kinderen zich in die ruimte. Er was een ventje dat elke avond minstens één keer ging vechten. Hij moest zelfs een keer janken, hij zei dat zijn tegenstander hem in de ballen had gebeten.

Ik had een nummer van het Nintendo-reclameblaadje ‘Club Nintendo’ bij me, daarin stonden de eerste plaatjes van de nieuwe Super Mario. En wat zag het spel er prachtig uit. Ik inspecteerde de plaatjes zorgvuldig en zo ontdekte ik onder andere dat er in deze game schuine ondergronden zouden zijn. Schuine ondergronden! Dat was nog nooit eerder vertoond! Mijn ouders werden gek van me, gok ik zo; er ging gedurende die vakantie geen dag voorbij zonder dat ik even meldde hoe graag ik Mario 3 wilde hebben.

Ik vroeg het ventje voorzichtig of het veel pijn deed. Ik kon me niet voorstellen hoe het was om in je ballen gebeten te worden. Ik vroeg het omdat deze jongen Super Mario Bros. 3 al had gespeeld en omdat ik graag wilde dat hij me er alles over vertelde. De Amerikaanse versie was kennelijk al maanden verkrijgbaar, althans in Amerika, en daar was hij geweest. Of zijn vader. Amerikaanse versies, daar had ik nog nooit van gehoord. Daarom hield ik er serieus rekening mee dat de informatie die de vechtersbaas verstrekte wel eens vals zou kunnen zijn. Toch zocht ik hem iedere avond op. Steeds opnieuw vroeg ik of hij zich nog meer kon herinneren, waarop het joch in geuren en kleuren zelfs over de kleinste spelelementen vertelde alsof ze de beste uitvindingen waren sinds mensheugenis. Tot hij weer werd uitgedaagd om iemand op z’n bek te slaan.

Het fantastische: toen ik Super Mario Bros. 3 begon te spelen nadat ik ‘m uiteindelijk met m’n moeder had gekocht (bij De Speelboom, op de dag van uitgave), bleek het zelfs nog leuker dan ik me had voorgesteld.