Warm hart

Dit is iets waar ik me al een tijdje over verbaas. Ik moet op pad, dus ik kijk naar buiten. De mensen hebben jassen aan. Ik doe het raam open en voel. Lekker weer, maar een fris windje. Prima omstandigheden om mijn vergeet-mij-nietjesblauwe jas aan te trekken. Ik pak mijn fiets en ga de straat […]

Dit is iets waar ik me al een tijdje over verbaas.

Ik moet op pad, dus ik kijk naar buiten. De mensen hebben jassen aan. Ik doe het raam open en voel. Lekker weer, maar een fris windje. Prima omstandigheden om mijn vergeet-mij-nietjesblauwe jas aan te trekken.

Ik pak mijn fiets en ga de straat op. Ja, goed ingeschat. Het is niet te warm voor mijn jas. Aldus ga ik op weg naar het kantoor in het centrum.

Ergens halverwege mijn route gebeurt er iets vreemds. Ik zie mensen zonder jas. Of met de jas rond hun middel. Zelf begin ik ook een beetje te zweten.

Ik stop bij het fietsenrek en stal niet alleen mijn tweewieler, maar doe ook mijn jasje uit. Ik krijg jeuk van warmte en zweet, dus het moet wel. Ik loop een stukje, maar nu wordt het zelfs zó warm dat ik zweet zónder jas en zónder dat ik me inspan door te fietsen.

Ik verbaas me erover omdat dit niet zomaar één keer gebeurt. Het is niet zo dat ik toevallig vandaag net tijdens een temperatuur-schommeling naar het kantoor in het centrum fiets. Het is altí­jd warmer in het centrum.

Mijn vraag: hoe kan dat? Zijn er meer mensen en is het daarom warmer? Is de atmosfeer boven de stad anders door uitlaatgassen of zo, waardoor de zon anders valt? Blijft de warmte beter hangen tussen de dichte centrumbebouwing? Onder de smog?

Of hebben de oude Utrechtenaren hun stadsie wellicht precies in het warme hart van Nederland geconstrueerd?